Molen Molen
Molenaardigheden

 

Terug naar bronvermeldingen Jan Reijersz Molenaar

 

9 december 1758

Vergadering van vroedschappen gehouden den 9e Decemb(er) 1758.
abst.
Sijmon Amelsz., Ad(riaa)n Kistemaker, Claas Nieuweboer, Corn. Meester, Jan Hovenier, Jan Dirksz. Goedt, Jan Swaan, Pieter Maijerts, Pieter Winkel, Jan Winkel, corn. Kant, Elijas Smeth, Sijmon Braak en Jacob Liefhebber.

Door BurgerMrn. en schepenen aan de vergaderingh voorgedragen zijnde, dat Jan Reijertsz. Molenaar op de Koornmolen alhier, laastleden Regtdag heeft (ver)sogt, om te mogen hebben verhoging van Maalloon als klagende dat hij door de verminderinge van de gemeente onmogelijk de Molen in ordinaris Reparatie kon onderhouden, en zig zelfs met zijn huijsgesin konde maintineeren, En dat zij BurgenMrn. en schepenen in dat versoek niet konde treeden, sonder alvorens de vroedschappen daar over te adviseeren:
Is op het geproponeerde na Rijpe Deliberatie goedgevonden en (ver)staan dat men het maalloon niet moeste verhogen, maar zulks op den ouden voet behoorden te blijven, en ingevalle voorn. Jan Reijertsz. konde resolveeren om de voorsz. Koornmolen te (ver)kopen dat men dan moeste tenteeren, voor een geschikte prijs indien zulks doenlijk was, de voorsz. Molen ten proffijte van t Dorp te kopen mits dat hij Molenaar deselve voor een vast jaarlijks Tractem(en)t bemaalde. Ten welken eijnde de respective vroedschappen eenpariglijk BurgenMrn. hebben gequalificeert en geauthoriseert om met overleg van schepenen sulks werkstellig te maken, omme te voorkomen dat deselve Molen niet aan t gemeenelandt ofte aan andere wiert verkogt om af te breeken gelijk aan verscheijde Koornmolens ten platten landen is te beurt gevallen, gevende aan BurgerMrn. volkomen Magt en Last, daar inne te doen en te handelen, als zij ten nutte van t Dorp zullen oordeelen te behooren.

Ter ordonn. van Vroedschappen
Jan Slooff

(Oud Gemeentelijk Archief Winkel, inventarisnummer 2)