Molen Molen
Molenaardigheden

0146 Jan Pietersz Haarlem alias Heesjes
Geboren/gedoopt
Overleden/begraven
Ouders

4 september 1781 te Warmenhuizen
0292 Pieter Cornelisz Haarlem en 0293 Aafje Klaas
0147 Antje Adriaans Duijn
Geboren/gedoopt
Overleden/begraven
Ouders

19 februari 1767 te Warmenhuizen
(Adriaan Albertsz Duijn ? en ?)
Zij zijn getrouwd op 24 november 1739 te Warmenhuizen.

 

Kinderen uit dit huwelijk:

1. Pieter
Gedoopt (RK) 29 augustus 1740 te Warmenhuizen
Overleden voor 1753 (zie hierna)

2. Adrianus
Gedoopt (RK) 15 november 1741 te Warmenhuizen
Overleden voor 1753 (waarschijnlijk 9 december 1741, zie hierna)

3. Adrianus
Gedoopt (RK) 16 juni 1744 te Warmenhuizen
Overleden voor 1753 (zie hierna)

4. Nicolaas (Klaas)
Gedoopt (RK) 3 juni 1746 te Warmenhuizen
Overleden 5 november 1787 te Alkmaar (begraven te Warmenhuizen)
Hij is getrouwd (RK) 24 november 1767 te Warmenhuizen met Lijsbeth Jans Commandeur

5. Cornelis
Gedoopt (RK) 3 oktober 1749 te Warmenhuizen
Overleden voor 1753 (zie hierna)

6. Eva (Aafje)
Gedoopt 25 september 1752 te Warmenhuizen
Overleden 21 januari 1783 te Warmenhuizen
Zij is getrouwd op 12 januari 1773 te Warmenhuizen met Klaas Cornelisz Mul

Jan Pietersz Haarlem doet aangifte van het overlijden van zijn kind op 9 december 1741 en op 4 december 1749
Hij doet aangifte van het overlijden van zijn twee kinderen op 16 mei 1752.

 

Jan Pietersz Haarlem alias Heesjes (2e huwelijk) en Guurtje Pieters Schotten

Jan en Guurtje zijn op 20 oktober 1767 te Warmenhuizen getrouwd. Guurtje kwam uit Oude Niedorp en was niet eerder gehuwd geweest. Zij is op 28 maart 1797 te Warmenhuizen overleden.

Kinderen uit dit huwelijk:

1. Anna
Gedoopt (RK) 8 mei 1768 te Warmenhuizen
Overleden 2 juli 1768 te Warmenhuizen

2. Pieter
Gedoopt (RK) 14 augustus 1769 te Warmenhuizen
Overleden 11 februari 1771 te Warmenhuizen

3. Pietertje
Gedoopt (RK) 18 augustus 1771 te Warmenhuizen
Overleden 2 januari 1801 te Warmenhuizen
Zij is getrouwd op 11 februari 1794 met Jan Pietersz Molenaar

4 Crelisje (Neeltje)
Gedoopt (RK) 22 maart 1774 te Warmenhuizen
Overleden 27 april 1808 te Warmenhuizen
Zij is getrouwd (RK) 17 januari 1796 te Warmenhuizen met Jan Pietersz Bakker

Oude Ursulakerk in Warmenhuizen

De Oude Ursulakerk in Warmenhuizen (1727 C. Pronk)

Onroerend goed

In de loop der jaren heeft Jan heel wat onroerend goed gekocht. Je zou kunnen zeggen dat hij goed geboerd had, want hij begon met vrijwel niets. Hieronder een overzicht van zijn onroerend goed:

1. Huis en erf
Op 9 mei 1730 kocht Jan voor 74 gulden en 11 stuivers een huis op het buurtje te Warmenhuizen (belending Neeltje Willems ten oosten en Teeuwis Quant ten zuiden). De overheid verkocht dit huis omdat de vorige eigenaars de belasting niet meer konden betalen en het huis verlaten hadden. Het huis stond ongeveer op de hoek van de huidige Dorpsstraat en de Krankhoorn. Vermoedelijk was dit het huis waar zijn vader Pieter Cornelisz Haarlem woonde, en mogelijk zijn oma Aaltje Jans eerder ook had gewoond.
In 1784 verkochten de erfgenamen van Cornelis Haarlem (de broer van Jan) dit huis aan Klaas Haarlem, de zoon van Jan. In 1787 behoorde dit huis tot de nalatenschap van Klaas. Het was toen een leegstaand huis met belending Jacob Quant ten zuiden en Maarten Breeroed ten noorden.

2. Bouwland genaamd de Halve Hoogeven
Dit land lag aan de westkant van Warmenhuizen en was 3 geerzen en 4,75 snees groot (iets minder dan een hectare). De belending was Cornelis van Leeuwen ten westen, Jan Grootjes ten zuiden en het dorpsland ten oosten.
Ook dit land kocht hij op 9 mei 1730. De koopsom was 10 gulden en 10 stuivers.
Op 23 december 1732 leende Jan 200 gulden van Harck Cornelisz Enigenburgh. Tot hypothecaire zekerheid verbond hij het in 1730 gekochte huis en dit land.

3. Akkerland
Op 18 mei 1734 kocht hij op een openbare veiling de helft van een stuk akkerland welk gedeelte 3 geerzen en 5 snees groot was. Ook dit land was verlaten door de vorige eigenaars omdat zij de belasting niet meer konden of wilden betalen.
Belending: het dorpsland ten oosten, de koper zelf ten zuiden en Jan Grootjes ten noorden.
Dit land heeft hij later waarschijnlijk aan zijn broer Cornelis Haarlem verkocht. Laatstgenoemde kocht in 1771 nog 3 geerzen en 5 snees erbij en zijn erfgenamen verkochten het geheel (6 gars en 8 snees) in 1784 aan Teeuwis Pronk.

4. Grasland genaamd Jagerslijck
Op 17 januari 1741 kocht hij een stukje grasland van ongeveer 3 geerzen genaamd Jagerslijck. Het lag ten westen van de Kruissloot en ten zuiden van de erfgenamen van Cornelis Grootsant. Bij de belastingaangifte op 21 april 1741 blijkt zijn broer Jacob Haarlem de koper te zijn. Het land had blijkbaar weinig waarde want er stond bij "als sijnde seer geringh, en konde geen gelt gelde". Er hoefde dan ook geen overdrachtsbelasting betaald te worden.
Na het overlijden van Jan werd dit land (samen met het land genoemd onder 8 en 16) in 1781 gewaardeerd op 600 gulden. Het werd toebedeeld aan zijn weduwe Guurtje Schotten en hun dochters Pietertje en Neeltje.

5. Huis en erf
Op 10 april 1743 kocht Jan voor 80 gulden een huis en erf op het Buurtje genaamd Hartendorp in Warmenhuizen. De belending was Hendrik Butter ten oosten en de Heerevaart ten westen. (ongeveer zuidzijde Stationsstraat achter het voormalige gemeentehuis).

6. Land genaamd Koijeven
Op 1 mei 1750 kocht hij voor 640 gulden een stuk land genaamd Koijeven. De weid voor de Kerk Weg lag ten oosten, de Heerevaart ten westen en de heer Heijmenbergh ten noorden. Het land was 10 geerzen, 1 snees en 10 roede groot (bijna 3 hectare) en kreeg in 1832 de kadastrale aanduiding sectie B nummer 145 (nu ligt hier een straat met de naam Huisweid en ooit stond op deze plek de veiling).
In 1787 behoorde dit land tot de nalatenschap van Klaas Haarlem, de zoon van Jan.

7. Huis en erf
Op 19 februari 1753 kocht hij samen met Cornelis Cunis op een openbare verkoping voor 181 gulden een huis en erf te Warmenhuizen. Het was gelegen over de Roomse Kerk, de Heerestraat lag ten oosten en zuiden en Mijndert Corn. Buur ten westen. (tegenover de huidige R.K. kerk). Op 8 november 1768 verkocht hij dit huis aan Willem Jonker voor 180 gulden. Cornelis Cunis werd hierbij niet meer genoemd.

8. Land genaamd Wijtje van Jacob Groot
Op 8 mei 1755 kocht Jan voor 111 gulden een stuk land genaamd het Wijtje van Jacob Groot. Het was 2 gars en 8 snees groot en lag tussen de Kiebossloot en de kruissloot. Ten noordoosten lag land wat hij al eerder had gekocht (waarschijnlijk Jagerslijck).
Na het overlijden van Jan werd dit land (samen met het land genoemd onder 4 en 16) in 1781 gewaardeerd op 600 gulden. Het werd toebedeeld aan zijn weduwe Guurtje Schotten en hun dochters Pietertje en Neeltje.

9. Weiland genaamd Gelde Horn
Op 22 juni 1755 kocht Jan voor 544 gulden een stuk weiland genaamd Gelde Horn. Het land was 11 geerzen en 2 snees groot (ruim 3 hectare) en de Heerevaart lag ten noorden, Jacob Coedijker ten oosten en Dirk Krom ten zuiden. (ten westen van Warmenhuizen bij de Westfriese Dijk).
In 1771 was dit land van dochter Aafje Haarlem. Waarschijnlijk was dit land haar in 1767 toebedeeld na het overlijden van haar moeder Antje Adriaans Duijn. In 1787 stond het nog op naam van Aafje en haar man Klaas Mul.

10. De Blomven
Op 10 mei 1756 kocht Jan voor 265 gulden de Blomven ter grootte van 5 geerzen en 10 roeden. Het was gelegen ten oosten van Geldehorn die hij het jaar ervoor had gekocht.
Dit land werd later geërfd door dochter Aafje en haar man Klaas Mul.

11. Schierige Ven
De Schierige Ven was een stuk land van 7 geerzen en 6 snees groot (ruim 2 hectare). De Heerevaart lag ten zuiden en noorden van dit land en 't Besseventje van Trijntje Jans ten oosten (ten westen van het dorp Warmenhuizen, tussen de Beuningesloot en de Wengesloot). Jan kocht dit land op 10 mei 1756 voor 700 gulden.
Dit land werd later geërfd door dochter Aafje en haar man Klaas Mul.

12. Weiland in de Zuijderhorn
Dit weiland was 2 geerzen en 6 snees groot en ten zuiden hiervan lag het Arme Weijtje, ten noorden de Zale Ven en ten westen de Heerevaart (in 1832 kadastraal Warmenhuizen sectie A nummer 179). Op 6 juni 1757 kocht Jan dit land voor 32 gulden en 10 stuivers.

13. Weiland genaamd 't Elkoogjen
Op 5 maart 1759 kocht Jan dit weiland voor 92 gulden. De Rekerdijk lag ten westen, Trijntje Grootjes met de Baljuws Ven ten noorden en Maarten Pronk ten zuiden. De oppervlakte was 4 geerzen en 5,5 snees (ongeveer 1,25 hectare).
In 1787 behoorde dit land tot de nalatenschap van Klaas Haarlem, de zoon van Jan. Het werd 7 januari 1788 door zijn erfgenamen voor 198 gulden verkocht aan Lourens Maas.

14. Weiland genaamd Arien Tijsens Ven
Dit land kocht Jan op 21 juli 1760 voor 630 gulden. Het land was 5 geerzen en 4,5 snees groot (ongeveer 1,5 hectare). De Bregsloot lag ten westen, de Heerevaart bij de huizen langs ten oosten (ongeveer tussen Zwartepad en Krankhoorn).
Na het overlijden van Jan werd dit land in 1781 gewaardeerd op 850 gulden. Het werd toebedeeld aan zijn weduwe Guurtje Schotten en hun dochters Pietertje en Neeltje.

15. Weiland genaamd Maarten Koeije Slik
Dit land was 4 geerzen en 6 snees groot (ongeveer 1,3 hectare), de Heerevaart lag ten westen en ten noorden en Jacob Timmerman ten zuiden en oosten (ten zuiden van de huidige straat 't Jaerlinger en ten oosten van de Molenaarweg).
Op 18 mei 1761 kocht Jan Haarlem dit land voor 350 gulden van Cornelis de Weert (ook de Waart) uit Alkmaar.
Na het overlijden van Jan werd dit land in 1781 gewaardeerd op 600 gulden. Het werd toebedeeld aan zijn weduwe Guurtje Schotten en hun dochters Pietertje en Neeltje.

16. Gerbrandslandje
Dit land was 4 geerzen en 4 sneesen groot (ongeveer 1,25 hectare) en werd door Jan in mei 1767 gekocht voor 75 gulden. Het lag op de hoek van de huidige straten Debbemeerweg en Moorsmeer.
Na het overlijden van Jan werd dit land (samen met het land genoemd onder 4 en 8) in 1781 gewaardeerd op 600 gulden. Het werd toebedeeld aan zijn weduwe Guurtje Schotten en hun dochters Pietertje en Neeltje.
Na het overlijden van Guurtje Schotten in 1797 kwam dit land op naam van Jan Pietersz Molenaar als getrouwd met Neeltje Haarlem.

17. Jan Raije akker
Dit land van 1 gars en 5 snees kocht Jan op 3 maart 1772 voor 99 gulden en 15 stuivers. Het was gelegen ten noorden van de Moorsmeer ten zuidoosten van het Gerbrandslandje.
Na het overlijden van Jan werd dit land in 1781 gewaardeerd op 100 gulden. Het werd toebedeeld aan zijn weduwe Guurtje Schotten en hun dochters Pietertje en Neeltje.

18. Akker op seeven geersen
Dit land was 1 gars en 10 roede groot (ongeveer 0,3 hectare) met als belending Jan Groot ten westen en de kinderen van Klaas Paarlberg ten oosten.
Na het overlijden van Jan werd dit land in 1781 gewaardeerd op 100 gulden. Het werd toebedeeld aan zijn weduwe Guurtje Schotten en hun dochters Pietertje en Neeltje.

19. Weiland genaamd Fokkeven
Dit land was in het geheel ongeveer 11 gars (ruim 3 hectare) groot en lag deels in de gemeente Warmenhuizen en deels in Oudkarspel. Ten westen lag het land van Jan Groot en ten oosten Jan Lammerschaag.
Na het overlijden van Jan werd dit land in 1781 gewaardeerd op 1.100 gulden. Het werd toebedeeld aan zijn weduwe Guurtje Schotten en hun dochters Pietertje en Neeltje. Na het overlijden van Guurtje Schotten in 1797 kwam dit land op naam van haar tweede man Jan Hoogtwout.

20. Weiland genaamd De Spiegel
Dit land, gelegen te Oudkarspel, was ongeveer 7 gars (2 hectare) met als belending ten westen Cornelis Bruijn en ten zuiden Fokkeven.
Na het overlijden van Jan werd dit land in 1781 gewaardeerd op 350 gulden. Het werd toebedeeld aan zijn zoon Klaas Haarlem.

21. Weiland in de Moorsmeer
Dit land was ook gelegen te Oudkarspel en had een oppervlakte van 6 gars. De belending was Jan van der Linden ten noorden en westen.
Na het overlijden van Jan werd dit land in 1781 gewaardeerd op 200 gulden. Het werd toebedeeld aan zijn zoon Klaas Haarlem.

22. Weiland aan de Zijpkesloot
Dit land te Oudkarspel was 4 gars en 3 snees met als belending de Heerevaart ten oosten, De Spiegel ten westen.
Na het overlijden van Jan werd dit land in 1781 gewaardeerd op 125 gulden. Het werd toebedeeld aan Klaas Mul als getrouwd met Aafje Haarlem.

23. Akker zaadland
Dit land te Oudkarspel was 1 gars en 10 snees groot met als belending De Spiegel ten noorden en Aarjen Keetman ten zuiden. Jan kocht dit land op 22 mei 1780 voor 154 gulden.
Na het overlijden van Jan werd dit land in 1781 gewaardeerd op 150 gulden. Het werd toebedeeld aan Klaas Mul als getrouwd met Aafje Haarlem.

Personeel

Jan had blijkbaar ook personeel in dienst. Op 23 februari 1761 eiste Sijmon Ariensz, die op dat moment in Schoorl woonde, een bedrag van 9 gulden en 10 stuivers van Jan Haarlem. Dit omdat hij in 1759 gedurende 6 weken voor hem had gediend.

Testamenten

Op 13 februari 1773 lag Jan ziek op bed en liet hij zijn testament opmaken. In het testament staat dat als Jan eerder dan zijn vrouw Guurtje overlijden zou, dat zijn kinderen Klaas en Pietertje hun kindsgedeelte erven en dat Pietertje in het huis mag blijven wonen waar Jan nu woonde. Zijn vrouw mocht het huis haar leven lang bewonen en gebruiken. Dit huis was gelegen tussen de huidige Fabriekstraat en Molenaarweg. De toenmalige belending was Pieter Strooper ten westen en Jan Hoogeboom ten noorden. Verder stond in het testament dat zijn dochter Aafje, die met Klaas Mul was getrouwd, haar legitieme portie zou erven met een minimum van 600 gulden. Dit bedrag zou zij pas krijgen als Pietertje de leeftijd van 18 jaar had bereikt. Als voogden over zijn minderjarige dochter Pietertje benoemde hij zijn broer Cornelis Haarlem en zijn zoon Klaas. Jan ondertekende het testament met een kruisje. Op 24 november 1777 lieten Jan en Guurtje samen hun testament opmaken. De kinderen uit hun huwelijk erfden samen het door hun bewoonde huis en erf, en mocht door de langstlevende zijn of haar leven lang bewoond worden. Mocht Jan als eerste overlijden dan is zijn zoon uit zijn eerdere huwelijk (Klaas) voor de helft erfgenaam van de verdere goederen (samen met de kinderen uit het huwelijk van Jan en Guurtje). Zijn broer en zoon worden dan voogd over de minderjarige kinderen. Guurtje stelt tot haar erfgenamen haar man en kinderen aan. Haar man is dan voogd over de nog minderjarige kinderen. Op 26 april 1781 wederom een testament. In verband met het overlijden van Cornelis Haarlem, de broer van Jan, wordt een nieuwe voogd benoemd voor het geval Jan als eerste zou overlijden met nog minderjarige kinderen. De nieuwe kandidaat is Adriaan Swan.

Erfenis in 1767

Nadat Antje Adriaans Duijn in februari 1767 overleed werden Aarjen Glas en Jan Strooper op 19 september van dat jaar aangesteld als voogden over de 15-jarige dochter Aafje Haarlem. Zoon Klaas was 21 jaar oud en trouwde dat jaar met Lijsbeth Jans Commandeur. Op 1 oktober 1767 werd de nalatenschap verdeeld. De akte hiervan, gepasseerd voor secretaris en schepenen van Warmenhuizen is helaas niet bewaard gebleven voorzover ik weet. Uit andere bronnen blijkt dat de hiervoor genoemde onroerende goederen genummerd 1, 6 en 13 werden toebedeeld aan Klaas, en 9, 10 en 11 aan Aafje. Ook kreeg Aafje een bedrag van 573 gulden. Dit geld werd door haar vader bewaard en in 1773 aan Klaas Mul (getrouwd met Aafje) gegeven.

Erfenis in 1781

Na het overlijden van Jan werden de onroerende goederen genoemd onder nummer 4, 8, 14, 15, 16, 17 en 18 t/m 23 gewaardeerd op 4.175 gulden. Het levende vee, hooi, zaad en kaas etc., huisraad en inboedel, boere- en bouwgereedschap werden gewaardeerd op 2.255 gulden. Het contante geld bedroeg 30 gulden en de schulden en lasten 1.214 gulden. Per saldo werd voor een bedrag van 5.246 gulden verdeeld onder de erfgenamen. Guurtje Schotten kreeg hiervan de helft en de kinderen elk 1/4e deel van de resterende helft. De onroerende goederen genummerd 1, 2, 3, 5, 6 en 9 t/m 13 waren waarschijnlijk al eerder verdeeld (zie erfenis 1767). Guurtje Schotten hertrouwde met Jan Hoogtwout. Na haar overlijden in 1797 gingen dochter Pietertje en haar man Jan Pietersz Molenaar in het huis wonen. Jan Hoogtwout kocht in 1798 het huis ten noorden hiervan.

Erfenis in 1787 (zoon Klaas)

Van de nalatenschap van zoon Klaas Haarlem en zijn vrouw is een uitgebreide beschrijving opgesteld. De helft hiervan werd geërfd door zijn weduwe Lijsbet Jansdr. en de andere helft door de drie dochters van Jan Pietersz Haarlem (Pietertje, Neeltje en Aafje). Hieronder de beschrijving:

  1. Woonhuis en erf te Warmenhuizen op het Buurtje belend Dirk Boekel ten zuiden en de Heerevaart ten noorden
  2. een leeg huis en erf aldaar belend Jacob Quant ten zuiden en Maarten Breeroed ten noorden
  3. een stuk weiland gelegen bij het dorp genaamd Kooije ven groot circa (10)? gars, belend de weduwe Piet Koning ten oosten en de Bregsloot ten westen
  4. een stuk weiland gelegen aan de Reekerdijk genaamd Huijkewaal groot 7,5 gars belend Klaas Mul ten noorden en Anthonij Dremberg ten zuiden
  5. een stuk weiland genaamd t Elkoogjen gelegen aan de voorn. Reekerdijk, groot ruim 3 geerzen belend gemelde Reeckerdijk ten zuiden en de Heerevaart ten noorden
  6. een akkertje zaadland aldaar groot 4 gars belend Klaas Haarlem ten noorden en de Heerevaart ten zuiden
  7. nog een dito akker aldaar groot zeven geerzen belend het vorige perceel ten zuiden en C. Groot ten westen
  8. nog een dito akker gelegen aan de Beuningsloot ten noorden Teeuwis Pronk ten zuiden groot circa 2 geerzen
  9. nog een dito akker gelegen in de posten groot circa 1,5 gars belend Corn. Quast ten oosten en de Heerevaart ten westen
  10. nog een dito akker genaamd pranger groot 4 geerzen belend erve Reijer Wognum ten noorden en Jan Groot ten zuiden
  11. nog een dito akker groot 8 snees belend Arien Langedijk ten noorden, Arien Backer ten zuiden
  12. nog een stuk weiland genaamd t snoekenest groot 5 geerzen belend de Heerevaart ten oosten en ten zuiden
  13. nog een dito stuk gelegen in de Moorsmeer groot 6 geerzen belend de Heerevaart ten (westen)? en Arien Boersen ten noorden
  14. nog een dito stuk aldaar groot 6 gars en 6 snees belend Jacob Strooper ten noorden en Jan Groot sin. ten zuiden
  15. onder Oudkarspel twee "verheelde" stukken weiland gelegen in de Moorsmeer samen 12 geerzen en 6 snees groot belend de eigenaar ten oosten en de Heerevaart ten zuiden
  16. nog een stuk aldaar groot 6 geerzen, belend de Heerevaart ten zuiden en het vorige perceel ten westen
  17. nog een stuk zaadland genaamd De Spiegel, groot 6 geerzen 6 snees belend Jan Hoogtwout ten zuiden en ten westen
  18. nog een stuk weiland gelegen in de nieuwe polder groot circa 4 geerzen
  19. levende vee: 2 paarden met een veulen, 17 melkkoeien, 2 schotvaarsen, 4 hockelingen, 2 mestkalveren, 33 schapen en lammeren, 7 mestvarkens, 5 wintervarkens, (eentoom)? henne met een haan, 8 a 9 zwanen, 3 ganzen
  20. Een wagen een chais, 2 praamen, 2 schuitjes
  21. Meubilaire goederen:

In t voorhuis
een porselein kas met daarin een zilveren tabaksdoos, een dito kom en lepel, voorts enige porseleinen schotels, kommen trekpotten en thee goet
onderin dezelve: enig linnen, koper en tin
op dezelve: zeven kommen
een gladde eiken kas met daarop een stel (van rijten)? en daar binnen enig gemaakt linnen en mans en vrouwen kleren met nog een hair (...)? gouden knopen en een paar schoengespen
twee spiegels
om de wand twintig aarden schotels en koppen
Acht grote en kleine schilderijen
een pars met zijn steen
een tafel met vijf stoelen
een zijkamertje met wat rommel
in de binnenkeuken
drie bedden met hun toebehoren
een troir en daarop een stel daar in enig porselein aard en glaswerk
onderin dezelve enige vrouwenkleren
een hangcas met een stel
een huisklok
twee tafels
ruim 30 delftse schotels om de wand
twee a drie trommels
drie theeblaadjes
een beddebank
elf stoelen
een spiegel
een tang en beugel
enige stoven

In het zijkamertje
aldaar enige eetbare waren en verder wat rommel

in de zuidkamer
een bed met hun toebehoren, enig gemaakt linnen, een tobbe met ijzeren hoepe, een koperen bak aker, een dito deksel op de bak, enige delftse schotels om de wand
in het achter- of koehuis
een karn, enige vaten, een pars, twee botertijnen, een zoutkist, een dito tafel, vier tobbes, acht emmers, vier koperen ketels, 70 zowel kaaskoppen als zetters, twee theeketels (koperen), enig nat linnen, enige kazen, een kool reed, een wagen en tuig, twee chais tuigen, voorts enige rommel.

Op de dors
een stoofzeil, een geselbank, een zaad wan, een kaas balie, acht voer (tarw)?, tien voer boone, een ploeg en eijd, een ploegtuig, voorts enige zeelen en bids en verdere rommel van kleine waarde.

In de schuur
een klamp hooi

Buiten het huis
een klamp hooi

Contante penningen niet gevonden, schulden en lasten thans niet bekend.

Op 15 november 1787 verklaarde Lijsbet Jansdr. dat ze het opgeven van voornoemde inventaris getrouw en oprecht heeft gedaan.