Molen Molen
Molenaardigheden

0328 Jan Cornelisz Oldenburg
Geboren/gedoopt
Overleden/begraven
Ouders
Omstreeks 1670
na 1723
0656 Cornelis Aerjens Oldenburgh en 0657 Maertie Cornelis
0329 Truitje Pieters
Geboren/gedoopt
Overleden/begraven
Ouders
Schoorl

Zij zijn getrouwd op 21 januari 1698 te Bergen NH.

 

Kinderen uit dit huwelijk, voor zover bekend:

1. Cornelis
Geboren omstreeks 1700
Overleden 10 juni 1771 Berkmeer (Obdam)
Hij is getrouwd op 13 februari 1729 te Bergen NH met Guurtje Pieters Nieuweboer

2. Pieter
Geboren omstreeks 1700
Overleden 3 december 1764 te Bergen NH
Hij is getrouwd op 25 januari 1733 te Bergen NH met Aagtie Pieters

3. Lijsbeth
Aangifte begraven op 27 mei 1718 te Bergen

4. Antje (?)
Antje Jans werd genoemd als doopgetuige in 1743

5. Maartje (?)
Maartje Jans werd genoemd als doopgetuige in 1734

6. Jan (?)
Jan Jansz Jans werd genoemd als doopgetuige in 1737

 

Jan en Truitje woonden op Sanegeest in Bergen. Jan was vermoedelijk boer.
Op 30 april 1700 ging Jan Cornelisz Oldenburgh samen met Cornelis Cornelisz naar de notaris in Bergen om een verklaring af te leggen.
Zij hadden samen een vet kalf verkocht aan Rutgert Jansz voor 40 gulden. Op zaterdag voor Pasen hebben zij het kalf afgeleverd in Alkmaar bij de veerschuit op Haarlem. Van Willem Willemsz Boeckenoogen ontvingen zij elk 20 gulden, samen dus de bedongen prijs.

Op 10 februari 1723 verkocht Jan samen met de andere erfgenamen van zijn ouders een stuk weiland genaamd De Hoght, gelegen in de Seurvens polder.

 


X Stamouders

0656 Cornelis Aerjensz Oldenburgh
Geboren/gedoopt
Overleden/begraven
Ouders
Omstreeks 1635 te Bergen NH
Omstreeks 1684 te Bergen NH
1312 Aeriaen Pietersz Oldenburch en 1313 Lijsbeth Cornelisdr
0657 Maertje Cornelis
Geboren/gedoopt
Overleden/begraven
Ouders

voor 1682
Zij zijn getrouwd op 22 januari 1664 te Bergen NH.

 

Kinderen uit dit huwelijk, voor zover bekend:

1. Aerjen
Geboren omstreeks 1665
Overleden 11 april 1722 (aangifte impost) te Bergen

2. Jan (zie hierboven)

3. Cornelis
Geboren omstreeks 1670
Overleden te Alkmaar, begraven te Bergen, aangifte 25 november 1719

4. Lijsbeth
Geboren omstreeks 1670
Overleden na 1723
Zij is getrouwd voor 1697 met Cornelis Banckersz

5. N.N.
Geboren omstreeks 1675
Overleden tussen 1697 en 1723

Cornelis woonde op Sanegeest in Bergen en had, samen met zijn broer Pieter Adriaensz Oldenburch die op Oostdorp in Bergen woonde, een stuk weiland genaamd De Hoeck Weijdt in eigendom. Het was 800 roede groot en gelegen in de Oudt Burger polder. Zijn broer belastte zijn eigen helft in 1667 met 400 gulden hypotheek. Na het overlijden van Pieter werd de hypotheek in 1675 geroyeerd.
In 1668 verkocht Cornelis samen met zijn mede-erfgenamen een stuk land en weg in Oudtburch aan de heer Anthonis Studler van Surck, Heer van Bergen.
In 1670 verkocht hij samen met de familie van zijn vrouw een morgen bosland beplant met Elst bij het Wiertdijkje. Koper voor 900 gulden was de heer Andries Ramp uit Haarlem.
Op 14 mei 1682 leende Cornelis een bedrag van 250 gulden van Jan Pietersz van der Mij, de secretaris van Bergen. Tot zekerheid verbond hij 3 morgen land in de Suije vens polder die hij samen met Griet Maertens, de weduwe van zijn broer Pieter, had. Daarnaast verbond hij ook het huis op Saenegeest waar hij in woonde en drie akkers daar aan gelegen. Op 20 april 1690 werd deze hypotheek geroyeerd.

Op 29 maart 1683 werd Cornelis samen met Arij Aeriensz Oldenburch genoemd als voogd over Trijn Claas.

Nadat Cornelis overleden was, werden op 22 februari 1685 Aerien Aeriensz Oldenburch en Cornelis Pietersz Clooster aangesteld als voogden over zijn minderjarige kinderen. Dit gebeurde op verzoek van Jan Volckersz uit Egmond-Binnen die vermoedelijk getrouwd was met een zus van Maertje Cornelis, de moeder van de kinderen.

Op 7 mei 1688 verkochten de voogden over de kinderen van Cornelis en Maartje een stuk weiland van 500 roeden in de Filesteinse polder voor 700 gulden.
Op 10 juni 1690 verkochten zij de helft in een stuk weiland aan de Kerkdijk van 664 roeden. De andere helft was van de kinderen van Griet Maertens.

Op 22 mei 1697 waren de kinderen Aerjen, Jan, Cornelis en Lijsbet inmiddels meerderjarig. Daarnaast was er nog een minderjarig kind van Cornelis en Maartje. Samen verkochten zij als erfgenamen van Trijntie Cornelis Streeckers twee stukken weiland genaamd De Veene en Het Bergerventie, beiden gelegen in de Filesteijnse polder. De koopsom die ze van twee verschillende kopers ontvingen was samen ruim 600 gulden.
Een jaar later verkochten zij, ook weer als erfgenamen van Trijntie Cornelis Streekers, de helft in een akker zaadland voor 53 gulden. De andere helft werd verkocht door Cornelis Pietersz Paerdecooper, Arent Dircxsz en Guert Reijers en haar minderjarige kinderen. De vader van deze kinderen werd Jan Arende genoemd.

 


XI Stamgrootouders

1312 Aeriaen Pietersz Oldenburch
Geboren/gedoopt
Overleden/begraven
Ouders

In 1657 te Bergen NH
2624 Pieter Aeriaensz Oldenburch en 2625 Griet Jans
1313 Lijsbet Cornelis
Geboren/gedoopt
Overleden/begraven
Ouders

Omstreeks 1660
Zij zijn getrouwd omstreeks 1630.

 

Kinderen uit dit huwelijk, voor zover bekend:

1. Pieter
Geboren omstreeks 1633 te Bergen NH
Overleden tussen 1667 en 1675
Hij is getrouwd op 21 oktober 1664 te Bergen met Griet Maertens

2. Cornelis (zie hierboven)

3. Jan
Geboren omstreeks 1640 te Bergen NH
Overleden omstreeks november 1671 te Bergen NH
Hij is getrouwd op 9 februari 1666 te Bergen met Siberich Thijs

4. Kniertje
Geboren omstreeks 1640
Overleden tussen 1665 en 1671
Zij is getrouwd omstreeks 1664 met Arij Pietersz

5. Jacob
Geboren omstreeks 1641
Overleden omstreeks november 1671 te Bergen NH

 

Aeriaen en Lijsbet woonden met hun gezin in Bergen. Aeriaen was schotvanger van beroep, en daarnaast had hij functies als schepen en weesmeester.

In de loop der jaren kocht Aeriaen diverse stukken land.
In 1627 kocht kocht hij bijvoorbeeld een akker land in Boonacker te Oudheburch in Bergen. Het land was ongeveer 75 roeden groot.
Omstreeks maart 1630 kocht hij een stuk land genaamd Ketelmans voor ruim 1.000 gulden. Hij betaalde dit in 3 jaarlijkse termijnen in 1630, 1631 en 1632.
In januari 1633 kocht hij land in de Ouburger polder, en februari 1640 twee akkers zaadland op Sanegeest.
Op 12 februari 1642 kocht hij vijf akkers geestland naast elkaar gelegen op Sanegeest. Hij leende hiervoor 1.379 gulden die hij met kerstmis 1641 en kerstmis 1642 zou terug betalen.
Op 19 februari 1642 kocht hij van Claes Pietersz Oldenburch twee akkers geestland die hij meteen weer doorverkocht aan jonkheer Egbert Ramp.
Ook in 1643 kocht hij weer land dat hij meteen doorverkocht aan een ander.
Op 13 januari 1644 kocht hij de helft van een stuk weiland in de Suijrvens polder genaamd De Hocht. Het geheel had een oppervlakte van 450 roeden. De andere helft kocht hij een maand later van het weeskind Trijntge Daniels. De koopsom van 1.325 gulden zou hij betalen in drie jaarlijkse termijnen nadat het kind 18 jaar oud zou zijn geworden. Het weeskind was een dochter van Daniel Jacobsz en Aechte Claes. Een van haar voogden was Claes Pietersz Oldenburch.
Op 15 januari 1645 kocht Aeriaen voor 260 gulden een akker geestland van 55 roede. De verkoper werd vertegenwoordigd door zijn vader, want hij verbleef in het buitenland en het was onzeker of hij nog in leven was. Mocht hij weer te voorschijn komen dan moest Aeriaen de akker weer teruggeven of vergoeden.
Op 22 maart van dat jaar ruilde hij land met de kerk van Bergen, en in juni verkocht hij twee akkers geestland voor 562 gulden. In oktober kocht hij vervolgens een partij zaadland op Sanegeest van 241 roeden en een partij land van het zuideinde van Haelke Weijt in de Suijrvens polder groot ruim 185 roeden. De koopsom van maar liefst 2.739 gulden zou hij in twee jaarlijkse termijnen betalen met kerst 1645 en kerst 1646.
Op 18 januari 1646 verkocht Aeriaen samen met Dirk Cornelisz Bergen een hoekje weiland in de Oudenburger polder genaamd Het Goutsmitskampcke. Dit land was ongeveer een morgen groot en werd verkocht voor 1.697 gulden en 10 stuivers. Dirk Cornelisz Bergen was vermoedelijk een broer van de vrouw van Aeriaen.
In januari 1648 verkochte Aeriaen een stuk weiland in de Oudenburger polder ten noorden van de Suijtlaen voor 712 gulden. Het land was 206 roeden groot.
In februari 1651 kocht hij land ten zuiden van de Suijtlaen in de Oudenburger polder voor 412 gulden en 10 stuivers. Dit land was 150 roeden groot, en Dirck Cornelisz Bergen kocht ook een deel van dit land. Dirck kocht het oostelijk deel, en Aeriaen het westelijk deel.
In januari 1652 kocht Aeriaen een stuk weiland ten oosten van de Ouwendijk van 150 roeden. Koopsom was 900 gulden.
Op 18 september 1652 verkocht hij een jaarlijkse losrente van 125 gulden per jaar aan jonkheer Jacob Nobel. Bij tijdige betaling kon volstaan worden met 100 gulden. Aflossing kon geschieden met een bedrag van 2.000 gulden. In de kantlijn had Aeriaen zelf geschreven dat hij de hoofdsom had afgelost, maar een datum staat daar niet bij.
In juni 1653 kocht hij een stuk weiland in de Outburger polder van 264 roeden. De koopsom werd getaxeerd op 792 gulden.
Op 29 mei 1656 kocht hij een stuk zaadland van ruim 335 roeden genaamd Wartges Croft. De koopsom van 1.100 gulden zou hij in drie jaarlijkse termijnen betalen op mei 1656, mei 1657 en mei 1658. Aeriaen woonde op dat moment op Sanegeest.

De laatste handtekening die ik van Aeriaen heb gevonden plaatste hij op 14 februari 1657 als een der schepenen. Niet lang daarna moet hij zijn overleden, want op 7 januari 1658 werden Claes Pietersz Oldenburch en Gerrit Cornelisz Bergen genoemd als oomen en bestorven voogden van de weduwe en kinderen van zaliger Aeriaen Pietersz Oldenburch. Zij namen een hypotheek van 2.500 gulden op diverse landerijen. In de kantlijn staat dat de hypotheek op 3 maart 1686 werd afgelost. De landerijen waren genaamd De Hocht, Van Haelke Weijt en Lank ven in de Suijrvens polder, De Halve Leege Ven, het Weijtje van Anna Adriaens en Acker in de Outburger polder, en als laatste een partij zaadland op Sanegeest.
Lijsbet en haar kinderen verkochten op 4 mei 1658 een akker zaadland van 200 roeden op Ouburch voor 750 gulden.
Haar oudste zoon Pieter Aeriens was later dat jaar vermoedelijk meerderjarig, want hij werd nu ook als voogd over zijn moeder genoemd. Zij verkochten het land genaamd Waerties Croft op Sanegeest voor ruim 1.130 gulden.
Op 6 juli 1658 verkochten Lijsbet en haar kinderen een stuk weiland gelegen in de Oudburger polder genaamd Lieve Camp voor 1.003 gulden en 4 stuivers. Het genoemde land was ongeveer 264 roeden groot.
Op 30 maart 1663 namen de kinderen (moeder Lijsbet werd niet meer genoemd en was vermoedelijk dus overleden) een hypotheek van 1.000 gulden op diverse landerijen. Aflossing vond een jaar later op 10 september 1664 plaats.
Op 13 mei 1665 verkochten zij een stukje weiland op Sanegeest voor 1.856 gulden en 15 stuivers. Het land was vlak daarvoor opgemeten en was 304 roeden en 7 voeten.
Op 12 juni 1675 werd nog een stuk weiland gelegen in de Oudtburger polder van 800 roeden verkocht. Verkopers waren Cornelis Aeriensz Oldenburch, Griet Maertens als nagelaten weduwe van Pieter Aeriensz Oldenburch en Arij Pietersz Stuijffsandt als vader van Engeltie Aeriens die een dochter was van Kniertie Aeriens. In de akte werd nog verwezen naar de aankoopakten van 16 januari 1633 door hun vader.

De ouders van Aeriaen

Pieter Aeriansz Oldenburch was in 1616 reeds overleden. Zijn weduwe Griet Jans, die op dat moment in Bergen woonde, ging in dat jaar opnieuw trouwen. Bij het opmaken van de huwelijksvoorwaarden op 1 oktober 1616 werd zij bijgestaan door haar vader Jan Claesz. Haar aanstaande bruidegom was Cornelis Aeriansz, een weduwnaar uit Schoorl.

Op 14 januari 1645 verkocht Griet Jans, wonende te Bergen, een huis en erf, en daarbij nog een Croft geestland van ongeveer 240 roeden. Zij werd hierbij geassisteerd door haar oudste zoon Aeriaen Pietersz Oldenburch, schotvanger te Bergen.

In 1644 werd land verkocht door Griet Pieters, dochter van Pieter Aeriaensz Oldenburch van Bergen, vermoedelijk voor de helft, en Aris Pietersz, wonende te Schagen, getrouwd met Duijfgen Cornelis een dochter van Cornelis Aeriaensz anders Sieuwe Cornelisdr, vermoedelijk voor de andere helft, beiden erfgenamen van Adriaen Jansdr, hun tante die huisvrouw was van Cornelis Segersz.
Vraag is waarom de zonen van Pieter Aeriaensz Oldenburch niet genoemd worden. Misschien omdat er al een eerdere boedelverdeling was geweest? Het onderzoek naar deze familie heb ik nog niet afgerond, dus mogelijk dat hier later meer duidelijkheid over komt.

Top