Molen Molen
Molenaardigheden

1024 Jacob Jansz Tames
Geboren/gedoopt
Overleden/begraven
Ouders
omstreeks 1585
omstreeks 1666
1025 N.N.
Geboren/gedoopt
Overleden/begraven
Ouders


Zij zijn getrouwd op ?
- Naar zoon -

 

Inleiding

Jacob Jansz Tames is mijn oudst bekende voorouder in mannelijke linie. Zijn kleinzoon zou later de eerste Molenaar worden. Omstreeks 1585 is Jacob geboren. Dat weet ik op basis van de leeftijd die hij meekreeg op een bepaald moment.

Landerijen

In 1628 komen we Jacob voor het eerst tegen in de archieven. Hij kocht een stuk land met de naam Rijckweer. Op 20 april is de koopakte ingeschreven in het transportregister van Zuid-Schermer.
De omschrijving van het land was:
een stuk land genaamd Rijckweer, groot 2 achl. en 15 metjes, gelegen ten noorden van Pieter Wouters, en ten zuiden van de weduwe van Cornelis Cornelisz Colleman.
Jacob kocht eigenlijk de helft van dit stuk land van zijn zwager Gerrit Nielen. Later zou het geheel op naam van Jacob staan, dus mogelijk hadden Gerrit en Jacob ieder de helft geërft en kocht Jacob nu het deel wat hij nog niet had.

De maten die voor land gebruikt werden op het Schermereiland in die tijd zijn me nog niet helemaal duidelijk. De aantekeningen die ik hierover heb zijn als volgt: 1 Zijper of Schermer morgen = 0,8516 Hectare, 1,5 mat of dijns = 1 morgen. 6 achte = 1 mat. 1 achte = 4 vierling. 1 vierling=4 metjes. Op basis van deze aantekeningen is 2 achlen en 15 metjes gelijk aan 2.780 m2. Ik durf echter (nog) niet te beweren dat dit juist is.

Het raadhuis van GrootschermerJacob moet de bouw van dit raadhuis in zijn woonplaats hebben meegemaakt.
©2007 eigen foto

Nog een andere aankoop van land die ik gevonden heb was in 1639. Aris Teunisz en de voogden van de weduwe en kinderen van Teunis Teunisz uit Uitgeest verkochten diverse landerijen. Een van de stukjes land werd door Jacob Jansz Taems gekocht.
De omschrijving van dit land was:
een hoekje land gelegen binnen dijk genaamd aenden Oostdijck, gelegen ten noorden van Aecht Claes en ten zuiden van Heerten Cornelis.
Op 23 september 1639 hadden de verkopers octrooi voor de verkoop gekregen, en het transport is op 22 december 1639 ingeschreven bij de gemeente Zuid-Schermer, op dat moment was dat ook de woonplaats van Jacob.

In 1655 zijn alle landerijen en hun eigenaars in Zuid-Schermer beschreven. Hieruit blijkt dat Jacob nog meer eigendommen had dan alleen de 2 aankopen die ik gevonden heb.
Hieronder het overzicht van de landerijen van Jacob in 1655 (allen gelegen Binnendijk):

Spaen, groot 2 achlen
Bij Piter Weer, groot 0,5 achlen en 0,5 vierling
Rijckweer, groot 3 achlen min 0,5 vierling
Aende Oostdijck, groot 0,5 achlen en 0,5 vierling
Int Kampke, groot 0,5 achlen en 0,5 metje

Woonhuis

Ook blijkt uit de belastingregisters dat Jacob op dat moment een huis in eigendom had.
Op 29 april 1656 wordt het huis van Jacob als belending genoemd. Jacob woonde aan de Heerestraat naast Thijs Jacobs. Tussen hun huizen liep een doorgang naar achteren naar het huis dat vanaf dat moment van Dirck Meijnes was.

Haringvangst

Jacob had dus een huis en wat landerijen in Zuid-Schermer. Zijn beroep was echter stuurman op de haringvangst. Op 6 juli 1647 leverde hij bijvoorbeeld in open zee een partij van 8 tonnen haring aan Huijbrecht Pieters Abbenbrouck, een haringvisser uit Maassluis. De koopsom was 64 gulden. Jacob heeft echter lang moeten wachten op dit geld. 17 jaar later spant hij alsnog een proces aan tegen de visser. Op 2 juni 1664 wordt in het dorp Graft bij de notaris uit Zuid-Schermer vastgelegd dat een koopman uit Rotterdam Jacob zal vertegenwoordigen bij dit proces. Jacob, oud 79 jaar, wordt hierbij oud-stuurman uit Zuid-Schermer genoemd. Hij zet hierbij ook zijn handtekening, letterlijk een tekening met zijn eigen hand gemaakt.

De handtekening van Jacob Jansz ThamesDe handtekening van Jacob Jansz Thames.

Op 18 juli 1664 komt de zaak voor in Maassluis. De visser blijkt destijds ook voor de koop te hebben getekend. Op 1 augustus 1664 komt de zaak opnieuw voor. Er wordt om een kopie van de eis, en waarop deze is gebaseerd, gevraagd. Daarna komt deze zaak niet meer op de rol, dus ik vermoed dat de koopsom alsnog voldaan is.
De dorpen die op dit voormalig Schermereiland waren gelegen zijn in die tijd tot grote bloei en rijkdom gekomen dankzij de haringvangst en de walvisvaart. De schepen waarmee men op haringvangst ging, zogenaamde haringbuizen, werden bemand door zo'n 12 à 14 personen. Aan het hoofd stond de stuurman. Men ging in die tijd meestal op de Noordzee onder de kust van Engeland ter haringvangst. Op de walvisvaarders was de commandeur degene die aan het hoofd stond.

Een haringbuis

G. Groenewegen 1789

Gemeentebelastingen en verkoop huis

Vanaf 1655 zijn gedetailleerde gegevens bekend over de gemeentelijke belastingen die Jacob betaalde. Hij betaalde jaarlijks voor zijn huis, en daarnaast de dorpskosten ("schot", "Paergelt", "breg gelt" en "waeck gelt").
Ook betaalde hij dijk- en molengelden en verpondingen over de 5 landerijen die hij had. Hieronder een overzicht hiervan:

BelastingjaarDatum van betalingTotaalbedrag in HFL
165516 november 1656?
165630 augustus 16578 gulden en 9 penningen
165718 oktober en 7 november 1658?
16618 november 16629 gulden, 12 stuivers en 7 penningen
166210 januari 166411 gulden, 8 stuivers en 5 penningen
166317 december 16646 gulden, 5 stuivers en 4 penningen

Onderdeel van bovengenoemde bedragen was tot en met 1662 een jaarlijks bedrag van 1 gulden, 6 stuivers en 4 penningen aan belasting voor zijn huis. Daarna niet meer, want Jacob verkocht zijn huis op 20 januari 1662. Ook de dorpskosten werden flink verlaagd voor Jacob, dus deze hielden waarschijnlijk ook verband met de eigendom van een huis. Vermoedelijk was zijn vrouw al overleden en is hij gaan inwonen bij een van zijn kinderen. Het huis dat hij verkocht was gelegen ten zuiden van Wouter Maartensz, en ten noorden van de doorgang naar Dirck Meijnes. Het verkochte huis had een vrije op- en afscheping ten zuiden van het huis van zijn zoon Jan Tames. Jacob verkocht zijn huis aan Thijs Pietersz uit Marken voor 283 gulden. De koper zou in 3 termijnen betalen, de 1e termijn meteen, de 2e in mei 1663 en de laatste termijn in mei 1664. Opvallend is dat de koper het huis op dezelfde dag doorverkocht aan Klaas Melles. De koopsom hierbij was iets lager, nl. 266 gulden en 10 stuivers, ook weer in dezelfde drie termijnen te betalen.
Op 2 februari 1662 kochten Jacob Jansz Tames en Thijs Jacobsz voor 10 gulden een doorgang van anderhalf voet die gelegen was tussen het huis dat inmiddels van Klaas Melles was en het huis van Thijs Jacobsz.

Testament

Op 26 februari 1665 heeft Jacob zijn testament laten vastleggen door de notaris in Grootschermer. Vermoedelijk was dit op verzoek van zijn zoon Pieter, want die betaalde namelijk de kosten van het testament. Jacob werd oud-stuurman genoemd en was ongeveer 80 jaar oud.
Hij had op dat moment 3 dochters en 2 zonen te weten Sijtje, Maartje Jacobs de oude, Maartje Jacobs de jonge, Pieter en Jan. Uit het testament blijkt dat zijn 3 dochters elk al een bedrag van 50 gulden hadden ontvangen bij de erfenis van hun moeder. Jan had daarbij 129 gulden ontvangen, en Pieter had nog niets ontvangen. In het testament van Jacob krijgt Pieter 129 gulden, Jan niets, en de 3 dochters een bedrag van 79 gulden elk. Op deze manier heeft elk kind dus uiteindelijk even veel ontvangen over de erfenis van hun moeder en hun vader samen. Mocht het geld op zijn bij het overlijden van Jacob, dan moeten de kinderen die al iets gehad hebben dit weer inbrengen zodat Pieter ook zijn deel kan krijgen.

Niet lang daarna is Jacob overleden. De belastingen over 1666 stonden reeds op naam van Jacob Jansz Tames erve. Hij was in dat jaar dus al overleden.
Van de landerijen die hij naliet kwamen 3 akkers op naam van zijn zoon Pieter te staan. Dat waren: "Spaen", "Rijckweer" en "aen de Oostdijck".
Over de andere landerijen heb ik geen zekerheid. In 1668 staat een stuk land met de naam "Piter weer" met dezelfde oppervlakte als het land wat van Jacob was geweest op naam van IJsbrant Cornelisz. Ik weet niet of die het later gekocht heeft, of hij het geërfd heeft omdat hij misschien met een dochter van Jacob was getrouwd, of dat dit een heel ander stuk land was met dezelfde naam en oppervlakte.
Een stukje grond met de naam "Sijmon Koster werff" ter grootte van 1 vierling staat in het belastingkohier van 1666 bij Jacob Jansz Tames erve en in 1668 bij Jan Dirckz Schellinger. Ook hierbij heb ik meer vragen dan antwoorden.

Top